Jeroen Brouwers schreef een boek. Benieuwd hoe hij dat doet. De naakte keizer schrijft ook een boek. En ik weet hij hij dat doet. Hij schrijft het eerste deel en geeft dan de pen door. Maxentia, Alcyon, Buddha en Katjesnest hebben er al een vervolg aan geschreven. Aan mij de eer voor deel zes.
Hier kan je lezen hoe het verhaal begint.
En hier volgt mijn bijdrage:
“Sstt”. Ruw sleurt hij haar mee het donkere fietsportiek in. Zijn hemd is verschroeid en zijn wenkbrauw ligt open. Bloed loopt langs zijn jukbeen naar beneden maar hij schijnt het niet te merken. De creepy manier waarop hij haar aankijkt doet haar rillingen krijgen. Wat is er in hemelsnaam gebeurd? Waar is die zachtaardige man van een halfuur geleden? Ze durft niets te zeggen.
“Ha, dat klootzakske dacht mij klein te krijgen. Mij wat intimideren. De omhooggewaaide fils-à-papa. Mij met zijn grijnslach op zijn zeepsmoel te kakken zetten. En dat op het bureau waar ik verdomme achttien jaar geleden mijn contract heb getekend bij zijn vader. 18 jaar. Ik heb hem meteen gezegd waar hij zijn C4 kon steken, de verwaande snotneus. Ik wou het papier in zijn strot rammen maar iets hield me tegen.” Philip lachte hysterisch. Els kromp ineen. Philip had haar beide armen vast en schudde haar wild dooreen. “Je doet me pijn” snikte Els zacht maar hij leek haar niet te horen. Druppels speeksel vlogen uit zijn mond. Els durfde zich niet meer te bewegen.
“Ik ben meteen naar de fabriekshal gelopen, recht naar de P13. De P13 die ik nog samen met zijn vader ben gaan kopen in Duitsland op de beurs in Köln. De P13 die Plastibel groot heeft gemaakt. Ik opende de veiligheidsklep van de centrale aanvoer, spuwde op mijn ontslagbrief en duwde hem in de machine. “Kaboem”. Zijn ogen waren nu bloeddoorlopen en zijn handen trilden. Oh, wat wou ze dat ze die ochtend gewoon was blijven liggen. Hij sloot zijn ogen en zong zachtjes het liedje van Iggy Pop: “maybe I know some people, maybe I break some rules. But this is the street, I’ve got to compete. Baby I ain’t no fool. So I take a little bad with the good. It ain’t just black and white”.
“Elske meiske, de politie probeert iedereen te verzamelen”. Oh God, Julien. Els hield het bijna niet meer uit. Zijn stem klonk dichterbij. Dat leek Philip wakker te schudden uit zijn lethargie. Hij gooide Els van zich af, duwde de verbouwereerde Julien opzij en spurtte naar zijn Audi. Onderweg ramde hij zijn hak nog in de carrosserie van de BMW van Maxim en scheurde de parking af. Julien vond Els ineengezakt en krampachtig huilend op de grond. What a mess.
Maxim zat ondertussen in de combi bij inspecteur Vermassen te wachten tot zijn verklaring werd opgetekend. Alles ging zo vlug. Hij probeerde zich die waanzinnige vijf minuten weer voor de ogen te halen. Het gezicht van die azijnpisser van een Philip was goddelijk. Hij had zich nog nooit zo machtig gevoeld. Hij had heel cool de C4 over de bureau geschoven alsof het een memo was die nog moest uitgetikt worden. Zijn reactie was om je te besterven. Toen hij afgedropen was, had hij zich net een dubbele whisky ingeschonken toen een klap de fabriek op haar grondvesten deed daveren. Shit, ik moet binnen een paar maand die grote bestelling binnenhalen of ik ben er geweest…
Bij deze geef ik de pen door aan de wandelaar
4 opmerkingen:
Knap geschreven Pierre! Merci voor jou bijdrage.
Petje af! Het moet denk ik almaar moeilijker worden om voort te werken met de elementen die er al zijn, maar dat heb je schitterend gedaan...
Mijn opdracht is hiermede tot een, hoop ik, goed einde gebracht.
>> freddy11:
gij zijt ne rappen gij!
Een reactie posten